Deel I: Verbannen uit Saga
Hoofdstuk 1: De dienaren van de koning
12
Men had eenvoudig aangenomen dat Elvin
in vroeger dagen van deze kant Saga was binnengekomen. Het was bij niemand opgekomen
dat een weerloze, ongewapende floorn in zijn eentje over de bergen had kunnen trekken,
waar roversbenden en trollen de paden onveilig maakten.
Het was nu te laat; hij kon zijn woorden niet terug nemen zonder zich nog meer verdacht
te maken. Bovendien deed het er in wezen niet toe. Het was Elvin niet duidelijk of de
koning van Saga het wist, maar de Floorn hadden geen vaste verblijfplaats. Het was
onmogelijk te zeggen waar ze zich gevestigd hadden, dat wil zeggen, onmogelijk voor
iedereen die geen floorn was of te lang buiten hun midden had verbleven...
Tot zijn ergernis hapte het paard van de dienaar naar het hoofd van Flux,
en voor hij wist wat hij deed, had hij zijn ergernis laten blijken -
op een manier die de man naast hem zien noch horen kon, maar die de
ruin plotseling deemoedig het hoofd deed buigen. Elvin vroeg zich af of de
berijder het gemerkt had - maar hij kreeg al gauw antwoord, want de man keek
hem scherp aan en zei: `Eens een floorn, altijd een floorn hè? Ik denk dat
je de koning maar wat voorgelogen hebt. Je weet heel goed waar dat volkje
van je is. Dat is wat ik denk. En dat is vermoedelijk niet in het westen.’
Elvin gaf geen antwoord.
'Ja, toe maar! Bijt de hand maar die je voedt - die je twintig
jaar lang heeft gevoed!'
'Hou je in, Morse', mengde opeens een ander zich in het gesprek. Het
was een vriendelijk ogende man met een blauw baardwaas over zijn kaken,
die tussen hen in kwam rijden en zich voorstelde als Zendar. Tegen Elvin
zei hij: 'Hoe deed je dat? Dat met dat pestknol van Morse?' Hij deed net
of hij niet merkte dat Elvin geen antwoord wilde geven, en ging na een
korte stilte door: 'Trek je maar niets van hem aan, hoor. Morse is wat
van slag omdat hij zijn handeltje moet achterlaten, nietwaar, vriend? Hij
handelt in paarden, onze Morse, fokt ze zelf, met de dekhengst van de koning
- én zijn goedvinden. Maar het is een riskante handel en als je niet uitkijkt,
ben je zó weer kwijt wat je erin gestoken hebt. Er staat een merrie op bersten,
zie je, en Morse hier...' Zo babbelde hij maar door, en Elvin zat erbij te knikken.
Ze waren nu in de lange schaduw van het bos gekomen en het begon eindelijk wat
af te koelen. Volgens Zendar was er een herberg aan de rand ervan, en Elvin
begon voorzichtig te hopen op een goed, veren bed. Hij was dan ook niet op
zijn hoede toen Zendar midden in een verhaal over de prijs die paardenmest
kon opbrengen, opeens vroeg: 'Je kunt aardig rijden... ben jij niet ooit
op een ezel gekomen, floorn? Zoiets hoorde ik in de stad.'
Meteen was Elvin weer op zijn hoede. Vroeg of laat kwamen al deze dienaren
van de koning van Saga wel met een vraag op de proppen, zelfs Taris, die
voor het overige te stom leek om zijn eigen knopen dicht te maken... Zó stom,
als je er goed over nadacht, dat het niet eens geloofwaardig was voor iemand
in dienst van de koning van Saga zelf... En al die vragen draaiden om hetzelfde:
waar bevonden zich de Floorn? Had de barse Morse zich met opzet zo bruut gedragen,
opdat Zendar tussenbeide kon komen en Elvins vertrouwen winnen? En die laatste vraag
- wie in de stad zou na al die jaren nog weten vertellen op welke wijze de floorn
van de Toren destijds de stad was binnengekomen?
Hij begon het idee te krijgen dat de tijd die hij had doorgebracht in de wachtruimte
bij de poort gebruikt was om nauwgezet af te spreken hoe ze hem klein zouden krijgen.
Het was tien tegen één, en één van die tien was een naaste raadgever van de koning.
Elvin keek naar de vogeltjes die weer vlakbij het hoofd van Flux dartelden,
en besloot zich te verweren. Hij mocht dan 'niet al te intelligent zijn',
dom was hij zeker niet - en hij was nog altijd een floorn.
volgende pagina |
vorige pagina |
inhoud |
landkaart
wordt vervolgd ! |