Deel I: Verbannen uit Saga
Hoofdstuk 11: De Grote Samenkomst
9
`Maar wat voor geheim dan!’ riep Elvin uit. `Wat
is het geheim waarvoor ik verbannen moest worden en vervolgd, waarvoor Rorin, een
groenlinkje nog maar, moest worden gevangen en, als die koopman zijn zin had gekregen,
uitgeleverd aan koning Oswel, de machtigste krijgsheer van de Bewoonde Wereld? Wat
kunnen wij zo’n vorstelijk heerser geven waar hij niet op een andere manier veel
makkelijker aan kan komen! Wij hebben niks en we doen niemand kwaad en we zijn met
niks tevreden.’
De Ziener hief zijn hand.
`Bedaar eens een beetje, muilezel. Dat is het juist, wat Oswel en Aza jullie
benijden. Die tevredenheid. Jullie onschuld. Het vermogen van de floorn om
juist daar te zijn waar de geschiedenis stil staat. O, ze noemen het anders:
Oswel denkt vermoedelijk dat hij geïnteresseerd is in jullie gave je onzichtbaar
te maken of als een zuchtje wind te verdwijnen en elders op te duiken. Aza meent
dat jullie de Bronnen van Inzicht hebben ontdekt en gierig bewaken - en ze denkt
dat ze die de Floorn kan ontfutselen met jou als gijzelaar. Oswel hoopt intussen
zijn macht te vergroten door zijn verbintenis met Aza en Aza zint op de volkomen
heerschappij over de hele Bewoonde Wereld door Saga aan zich te onderwerpen en
Bergamon aan zich te verplichten... Kortzichtigen!’
`Ik snap nog steeds niet waarom ze mij daarbij nodig hebben’, mopperde Elvin. `Ik
ben niets, niemand, een floorn van niemendal...’ Was dat niet juist wat de Ziener
altijd liet doorschemen?
De Ziener begon weer te vegen.
`Daar spreek je een waar woord, muilezeltje. Maar zij zien het anders, en zij trekken
aan de touwtjes op het moment. Aza heeft het hele spul letterlijk aan touwtjes,
al die vorsten en vorstinnen dansen als poppen naar haar pijpen. Daarom heb ik
gehoopt op de komst van Almesis Argenta. Zij zou dat zootje door hebzucht en
machtswellust verblinde koninkjes wel tot rede kunnen brengen. Maar ze neemt de
tijd, koppig mens.’
`En wie mag dat wezen?’ vroeg Elvin, voor wie de naam een vaag bekende klank had.
De Ziener maakte een schone plek in het midden van het hoopje vuil dat hij had
verzameld en begon van binnen naar buiten een stralenkrans van streepjes stof te
vegen.
`Almesis is de sleuteldraagster, de Oudste Zuster in de Orde der Marmalen. Lang
geleden heeft Aza, zelf beëdigd in de Orde, geprobeerd haar de sleutel te ontnemen...
De Oudste Zuster is niet werkelijk de oudste, snap je, ze is alleen het verstandigste,
het meest bedreven in de toverkunst en het meest geliefd.’ De Ziener giechelde.`Het
zou Aza gelukt zijn Almesis te wippen - er is weinig dat Aza níet voor elkaar krijgt -
als ze de anderen maar mee had kunnen krijgen. Maar Almesis was haar te snel af,
ze opende het slot van de Nijd voor haar zusters en zo zagen ze in wat Aza werkelijk
in de zin had... Sindsdien haat Aza de Oudste Zuster. Maar Almesis haat Aza niet,
en daarom is Almesis sterker.’ Hij begon een ander hoopje tot een zon uiteen te
vegen. `Maar ik krijg Almesis niet goed helder in mijn Gezichten; misschien is ze
helemaal niet van plan te komen. Zeg floorn, over Zien gesproken. Ik heb ook die
drom waarnaar jij mee optrekt niet zien aankomen. Is dat niet vreemd?’
`Ja’, zei Elvin. `Daar kwam ik juist voor. Er ís iets met die floorn, ik... ik vertrouw
ze niet. En dat is krankzinnig; wij Floorn vertrouwen elkaar blindelings.’
`Je zou denken dat verstandige floorn zo ver mogelijk uit de buurt zouden blijven
van deze gewichtige Samenkomst. Zoals je zegt: wat hebben jullie met de oorlogen
der Mensen te maken? Daarom, Elvin, stel ik jou aan tot verspieder. Zie erachter
te komen wat deze drom hier te zoeken heeft, en waarom ze hun hart niet openstellen
voor jou en die groenling. Het kan gevaarlijk zijn, dat verheel ik niet, maar
ik moet het je vragen, want er staat veel op het spel.’
volgende pagina |
vorige pagina |
inhoud |
landkaart
wordt vervolgd ! |