Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 1: De dienaren van de koning

6

Windar antwoordde niet meteen. De hoofdman rukte het hoofd van zijn paard opzij, gaf het nogmaals de sporen en draafde over de keien naar de hoofdpoort. De andere dienaren van de koning volgden zijn voorbeeld; ook Flux draafde mee, hoewel Elvin haar daar geen opdracht toe gegeven had. Op het plein voor het paleis zette Windar een galop in. Mensen, vrouwen met kinderen, kooplieden met handelswaar, gejaagde burgers, moesten zich reppen om tijdig uit de weg te zijn. Misschien was Elvin de enige die zich realiseerde dat er geen haast was bij hun vertrek, helemaal geen haast.
Zelfs in de nauwe straten tegen de stadsmuur bleven ze galopperen, en in galop reden ze de westpoort uit, wat een willekeurige keus was. Saga de hoofdstad lag midden in het land met dezelfde naam; alle grenzen waren van hier af even ver. Buiten de westelijke muur lagen armzalige wijken van zelfgebouwde huisjes, vele van leem en takken gemaakt. De weg die ertussendoor liep, was vol gaten en modderpoelen, vanwege de rivier die hier vlakbij stroomde.
Pas toen ze de voorde naderden (de brug was in de oorlog verwoest en niet weer opgebouwd, omdat het alleen boeren waren die van deze invalsweg gebruik maakten en hun ossen net zo goed de rivier konden doorwaden), hield Windar zijn paard in. Hij bereed een voshengst die voortdurend met zijn hoofd zwaaide, in verzet tegen de hand van zijn meester. Windar kwam naast Elvin rijden, die geen enkele moeite had zich op zijn merrie in evenwicht te houden of om haar te laten doen wat hij wenste; ze gehoorzaamde aan de lichtste druk van zijn been, de kleinste beweging van zijn hand tegen haar hals.
'U vroeg naar de paladijn van de koning', zei Windar. 'Hij is onder ons. U zult hem niet van de anderen kunnen onderscheiden, noch door zijn kleding, noch door zijn woorden. Als we de grens bereiken, zult u vanzelf gewaar worden wie degene is die u zal begeleiden.'
'Waarom?' vroeg Elvin. Het was een van de eigenschappen waarom de Mensen de Floorn kinderlijk noemden: omdat ze altijd naar het waarom vroegen, als een mensenkind van vijf jaar oud. Het was geen onstuitbare dorst naar kennis, dat de Floorn deed vragen en doorvragen; het was meer een tijdverdrijf, het plezier van het weten, het was graagte, gretigheid, het was... gewoon nieuwsgierigheid. Maar in dit geval leek het Elvin van belang om te weten waarom hij in het duister gehouden werd. Welk belang had de koning daarbij?
Windar gaf geen antwoord, zoals Elvin eigenlijk al verwacht had. De Floorn keek om naar de stad waar hij zolang gewoond had. Een grauw waas van de rook uit de werkplaatsen en van de kookvuren hing erboven, de ongepleisterde muren glansden geelachtig in het licht van de zomerdag, stromen arbeidslieden, kooplui, boeren en burgers begaven zich koortsachtig de stad uit of de stad in. Elvin was blij dat ze niet de noordpoort hadden genomen. Daar lagen, langs de oevers van de Son, die in een bocht om Saga heen naar het zuiden stroomde, de steenbakkerijen en de leerlooierijen met hun scherpe geur. Daar werd dag en nacht gewerkt, had Elvin begrepen, hoewel hij nooit een kijkje had durven of willen nemen.
Omdat haar berijder half omgekeerd zat, begon Flux onzeker te worden; ze wilde graag met de andere paarden mee, maar de Floorn op haar rug scheen een andere koers te willen. Elvin merkte dat ze met aarzelende stappen van de route afweek en keek weer recht voor zich uit. Aan de andere kant van de rivier begonnen de akkers, de eindeloze goed geploegde landerijen met rijen en rijen rechte voren: dit was de streek waar het voedsel voor de stadsbewoners werd verbouwd.
Opeens lachte Elvin luidop, want hij merkte dat hij het niet erg vond om Saga te verlaten. Het was een andere stad dan de kalme nederzetting die hij ooit was binnengetrokken op zijn ezel, op zoek naar een plek om tot rust te komen. Voor de oorlog was dat geweest. Sindsdien, na de verschrikking van de oorlogsjaren, was alles langzaam en onmerkbaar veranderd, de Sagaren zelf incluis. Elvin vroeg zich af hoe hij erin geslaagd was dat al die tijd over het hoofd te zien. Hij stuurde zijn merrie de voorde in.


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision