Op zoek naar de  loorn

door Dona Ferentes 


Deel I: Verbannen uit Saga

Hoofdstuk 13: De geheimen van Orion

6

Terwijl Verris en ook Galdin zich droogden bij het haardvuur, vertelde het evenbeeld van Taris over mislukte oogsten, afgewaaide daken en een plaag van tot nu toe onbekende aardpeerkevers. Het welvarende Bergamon was door deze plaag en door Aza’s storm plotseling bang voor de komende winter. In deze streken waren de zomers kort en de winters lang; voorraden waren van levensbelang. En nu schuren en pakhuizen hun daken verloren hadden en de oogsten in de regen lagen te verrotten, dreigde een hongersnood.
`Waar Aza komt, slaat het onheil toe’, zuchtte Elvin, en hij dacht aan het kleurrijke steentje dat dofzwart was geworden in haar nabijheid. Hij stak zijn hand naar Galdin uit.
`Voor ik het vergeet, mag ik mijn steentje terug? De Ziener heeft het mij gegeven, dus ik neem aan dat ik het nodig heb.’
Galdin schudde zijn hoofd en legde zijn vinger op zijn lippen. Hij gebaarde onopvallend naar de bedienden en pachters die zich verzameld hadden om het nieuws te horen.
`Vergeet niet het wijdverspreide verhaal dat jij de timantijn bezit, Elvin mijn evenbeeld’, zei hij zachtjes. `Veroorzaak nou geen ophef en opschudding onder die opdringerige omstanders.’
Elvin zweeg en luisterde verder. Taris had koning Oswel en zijn bruid, die nog steeds mokte en de gordijnen van haar koets gesloten hield, een eindweegs naar het zuiden begeleid. Maar toen het koninklijk gezelschap aan de voet van het Sluiergebergte gekomen was, was de hang naar huis Taris te machtig geworden. Hij had toestemming gevraagd om een bezoek aan Orion te brengen, en de koning had het hem toegestaan op voorwaarde dat hij het geleide pas zou verlaten als ze veilig de pas over waren. Op dat punt had Verris zijn plaatsje in de staart van de stoet opgegeven en was naar het westen gereisd. Taris zou de heerlijkheid wel gauw bereiken.
De ongeruste pachters overstelpten Verris met vragen. Maar hij wimpelde die af zo veel hij kon. Eindelijk beseften de boeren dat ze niet veel wijzer zouden worden, en ze verlieten een voor een de hal om aan hun werk te gaan.
`Maar wat wou jij Elvin nou laten zien?’ vroeg Rorin plotseling aan Galdin. In de drukte had hij zich onzichtbaar gehouden, maar nu leek hij niet meer verlegen.
`Ja, Galdin’, zei Verris met opgetrokken wenkbrauwen, `wat is het eigenlijk dat jij Elvin hier onder het dak van Orion wil tonen?’
Die woorden hadden een onverwachte uitwerking op Airam. Haar hoofd schokte omhoog en ze keek snel naar de galerij aan de andere kant van de zaal. Bijna meteen wendde ze haar blik weer af en boog haar hoofd, maar Elvin merkte dat haar handen trilden. Hij vroeg zich af of haar ongerustheid iets te maken had met het geheimzinnige heen en weer geloop waar hij de afgelopen nacht getuige van was geweest. Het schoot hem ook weer te binnen hoe opgelucht Marente was geweest toen zijn vraag naar andere gasten Galdin bleek te gelden. Wie bevond zich in de afgesloten vertrekken in het bovenste deel van het huis? Wie was de nachtelijke zangeres die zich overdag niet liet zien?
Airam ging haastig rond met wijn uit de ketel boven het vuur en vermeed het de gasten aan te kijken. Ze verschool zich achter haar bedrijvigheid en trok zich terug zodra ze de kans zag.
De dag sleepte zich voort. Regen was voor Elvin en Rorin geen reden om binnen te blijven, maar Galdin en Verris schenen er niet van te houden. Elvin was blij toen het eindelijk bedtijd was. Maar het lukte hem niet in slaap te komen. In de nok van het dak had zich een troep vleermuizen verzameld die schel piepend heen en weer begonnen te vliegen. Iets in hun onrustige gedrag bevreemdde hem.
Rorin greep angstig zijn hand. En plotseling drong zich aan Elvin met grote kracht de gedachte op aan de drogdemonen... Wat bewoog daar tussen het gebinte?


volgende pagina | vorige pagina | inhoud | landkaart

wordt vervolgd !


Geef uw commentaar hier:


ontwerp website: Omvision